Eigen inzet maakt het verschil: Jemen

Marwah Mohammed (31) is geboren en getogen in Jemen. In 2015 is ze met haar dochtertje Jumana weggevlucht uit haar geboorteland, omdat het daar door de oorlog niet meer veilig was. Het is haar diepste wens en verlangen om ooit weer terug te keren naar een Jemen, waar de oorlog dan voorbij is en waar ze dan in vrede met haar familie weer een eigen bestaan kan opbouwen. Marwah vertelt: “Ik kom uit het zuiden van Jemen, ik heb ook in het zuid-westen gewoond. Ik woonde in een flat. Het leven was best wel goed in mijn vaderland, absoluut niet perfect. Er is veel armoede. Basisbehoeften als elektriciteit, water en voedsel waren niet altijd even constant aanwezig, daar wist je mee te leven, maar indertijd was het er wel redelijk rustig”. Marwah werkte in Jemen als apothekersassistente. Nu heeft ze dagelijks contact vanuit Wageningen via skype met haar twee zussen en haar ouders. Ze mist haar familie. “Het is allemaal zo verdrietig. Jemen is zó kapot gemaakt door de oorlog. Het is zo erg dat we niet meer veilig in ons eigen land kunnen wonen. Ik waardeer het enorm wat de Nederlandse overheid voor ons doet, maar dat haalt het verdriet niet weg, omdat we een sterke band met de familie in Jemen hebben. Door de oorlog is Jemen zó kapot, het zal moeilijk worden om het land weer op te bouwen”, verzucht ze. Marwah is in 2015 op de vlucht geslagen vanwege de vele luchtaanvallen van de Saoedi’s op haar directe omgeving: “Wij woonden naast het paleis van de president. Saoedische vliegtuigen kwamen om het paleis en alles eromheen te bombarderen. Het was meer dan verschrikkelijk!! Ons huis, de ramen, muren, alles was kapot. Die angst heb ik nu nog altijd wanneer het gaat onweren, dan komt dat nare gevoel direct weer boven. Dit vergeet je nooit meer. Daar kan ik niets aan doen!” Toen het bombardement kwam wilde ze direct weg, vluchten naar een veilig land. “We moesten weg, dat werd geregeld, maar we moesten wachten voordat we weg konden, want iedereen was in oorlog. Na een paar maanden konden we pas weg. Eerst met de bus naar het vliegveld van de hoofdstad Sanaa, daarna met een Russisch vliegtuig naar Rusland. Na vijftig dagen kregen we toestemming om naar Nederland te reizen”. Via Doetinchem kwam Marwah met haar dochter naar Wageningen. Ze woont hier inmiddels drie jaar. Ze vindt het fijn hier: “Wageningen is fijn! Ik voel me hier heel veilig en vrij tussen aardige mensen. Ik draag een hoofddoek, maar ik voel me echt nooit gediscrimineerd. Wageningen is een rustige, kleine stad met zóveel verschillende nationaliteiten! Dat is heerlijk! Ja, ik voel me hier volledig geaccepteerd”. Binnenkort ontvangt ze haar Nederlands paspoort. In het begin vond Marwah het wat moeilijk in Nederland: “Ik ben absoluut niet moeilijk in de omgang, maar ik merkte, dat niet iedereen contact wilde met een buitenlander”. Een tijdlang werkte ze als baliemedewerker bij Vluchtelingenwerk in het asielzoekerscentrum. Inmiddels is ze niet stil blijven zitten. Ze is naar de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) gegaan. Daar heeft ze de hbo-opleiding International Public Health gevolgd, een opleiding die haar de mogelijkheid biedt om in de gezondheidszorg het leven voor anderen te verbeteren: “Werken met het Rode Kruis of Artsen Zonder Grenzen zou fijn zijn! Ik zou graag iets voor migranten willen doen. Hier in Wageningen werk ik als vrijwilliger en als coach bij Vluchtelingenwerk Wageningen op Markt 17 als tolk, om nieuwkomers te helpen bij het inburgeren, zo draag ik graag mijn steentje bij aan de maatschappij, niet alleen voor vluchtelingen, maar ook voor Wageningers”. Wat vindt ze van de mensen hier? “Alles gaat hier op afspraak! Iedereen is hier vriendelijk, behulpzaam en groet je. Mijn dochter is óók zo blij hier! Mensen zouden hier uitzicht op werk moeten hebben, geef ze de kans om te werken!” Haar grootste wens is om, wanneer het ooit vrede is in Jemen, weer naar haar vaderland te gaan om daar in de gezondheidszorg te werken: “Voor de oorlog was het daar slecht, nu is het nog slechter…”.